Organisation
Violence liée à l’honneur Convertir en PDF Version imprimable Suggérer par mail

Vers une politique criminelle en matière de violences liées à l’honneur? Une étude exploratoire

TRADUCTION EN COURS

Onze Westerse maatschappij krijgt in de marge van de etnisch-culturele diversiteit en van de migratiebewegingen sinds enkele jaren meer en meer te maken met wat men “eergerelateerd geweld” (hierna: EGG) noemt.
Sinds kort is in België de politieke en maatschappelijke aandacht voor het fenomeen toegenomen en tracht men een integraal en geïntegreerd beleid te ontwikkelen. Zo werd er in het kader van de actualisatie van het Nationaal Actieplan inzake de strijd tegen partnergeweld (NAP) voor geopteerd te voorzien in een uitbreiding naar de fenomenen gedwongen huwelijken, genitale verminkingen en ook EGG. Justitie formuleerde een gemeenschappelijk standpunt rond haar mogelijkheden binnen het actieplan inzake de aanpak van het fenomeen van EGG.

Allereerst werd opportuun geacht de eerste conclusies uit de twee pilootprojecten van Verviers en Mechelen rond EGG (zie infra) af te wachten. Ook werd duidelijk gesteld dat kwantitatieve gegevens (parketstatistieken en politiële criminaliteitsstatistieken) niet voorhanden zijn. EGG is immers geen autonome strafbaarstelling en kent geen specifieke tenlasteleggingcode of feitcode. Er wordt in de databanken trouwens geen link gemaakt naar bijvoorbeeld het motief ‘wreken van eerschending’ of dergelijke. In België kunnen we bijgevolg enkel nog maar over een “embryonaal” beleid spreken en staan we dus nog ver af van een integrale en geïntegreerde benadering.

Definitie

Het fenomeen EGG is nog niet zo gekend in België. Het is niet zo gemakkelijk EGG te definiëren en af te bakenen. Wat is de link tussen EGG en intrafamiliaal geweld (hierna: IFG) of partnergeweld? Waar ligt de grens tussen EGG, gedwongen huwelijken en genitale verminkingen? Onder welke vorm van geweld plaatst men het: onder de paraplu van geweld tegen vrouwen, patriarchale geweldsmisdrijven, culturele en/of religieuze geweldsmisdrijven? Wat zijn de verschillende gradaties van EGG, van bedreigen tot het plegen van eremoorden?

EGG is dus een fenomeen dat vele ladingen kan dekken en het is, vooraleer men gerichte beleidsopties neemt ter bestrijding hiervan, van groot belang dat men eerst een duidelijk inzicht verwerft in de kenmerken, uitingsvormen en gradaties van het fenomeen. Een beleid dient immers knowlegde-based te zijn. Ten behoeve van de Stuurgroep (zie infra) werkt de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid (DSB) voornamelijk op deze fenomeenanalyse en definiëring.

De Federale Politie, Directie “Criminaliteit tegen Personen – Centrale Dienst Agressie” heeft wel reeds, ten behoeve van de politiediensten, een werkdocument uitgewerkt waarin een werkdefinitie van eergerelateerd geweld wordt beschreven en het onderscheid tussen eergerelateerd geweld en intrafamiliaal geweld wordt uitgelegd.  Als werkdefinitie werd voorlopig deze van Nederland van FERWERDA en VAN LEIDEN weerhouden:

Eergerelateerd geweld is elke vorm van geestelijk of lichamelijk geweld, gepleegd vanuit een collectieve mentaliteit in een reactie op een (dreiging van) schending van de eer van een man of een vrouw en daarmee van zijn of haar familie waarvan de buitenwereld op de hoogte is of dreigt te raken1.

Deze definitie werd ook door het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen van de Senaat2 naar voor geschoven.

Evolutie van het fenomeen

Er bestaat in België geen exact cijfermateriaal over het aantal dossiers in verband met EGG. In de Algemene Nationale Gegevensbank van de politiediensten of de databank van de parketten is ‘geschonden eer’ niet opgenomen als parameter. Meestal zouden het evenwel dossiers betreffen waarbij personen van Turkse of Marokkaanse oorsprong betrokken zijn.

EGG is een veel voorkomend verschijnsel in Turkije, Irak, Jordanië, Palestina, Afghanistan en Pakistan. Tengevolge van de migratiestroom richting West-Europa vanaf de jaren 60 komt het fenomeen de laatste jaren steeds meer voor in landen als Nederland, Duitsland, Frankrijk, Zweden, Denemarken en ook in België.

Er bestaan daarbij verschillende vormen van EGG: eremoorden, controle over de maagdelijkheid en maagdenvliesherstel, gedwongen huwelijken, gedwongen abortus, genitale verminking van vrouwen, beperkingen van de beweeglijkheid van vrouwen. De UNPA (VN-bevolkingsfonds) schat het aantal vrouwen en meisjes dat wereldwijd het slachtoffer wordt van eremoorden op zo’n 5.000 per jaar. Waarschijnlijk betreft dat cijfer evenwel slechts een fractie van het werkelijk aantal slachtoffers.

De problematiek van de eer- en bloedwraak is sedert geruime tijd op de internationale agenda geplaatst. Het werk van de VN op het gebied van vrouwenrechten, de strijd tegen geweld op vrouwen en later ook op het gebied van “eremisdrijven” en EGG heeft ertoe geleid dat “eremisdrijven” op de agenda staan van verschillende landen als een vorm van inbreuk op vrouwenrechten. Ook op het niveau van de Raad van Europa en de Europese Unie evolueert men stapje voor stapje in de richting van juridisch bindende instrumenten in de strijd tegen geweld tegen vrouwen in het algemeen en EGG in het bijzonder. Als voorbeeld kan hier het ontwerp van de « Convention sur la prévention et la lutte contre les violences à l’égard des femmes » op het niveau van de Raad van Europa aangehaald worden.

Beleid

In het verlengde van de strijd tegen het intrafamiliaal geweld, wenste de Minister van Justitie bijzondere aandacht te schenken aan het fenomeen “eergerelateerd geweld”. Voortbouwend op de aanbevelingen van het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen van de Senaat3, werden pilootprojecten opgericht in Mechelen en Verviers. Deze pilootprojecten hebben de ondersteuning gekregen van de Federale Politie, Directie “Criminaliteit tegen Personen – Centrale Dienst Agressie”. Het algemene doel van de pilootprojecten is om vanuit deze ervaringen op het terrein meer kennis te vergaren over het fenomeen en het EGG beter aan te pakken.

De Federale Politie, Directie “Criminaliteit tegen Personen – Centrale Dienst Agressie” heeft een werkdocument uitgewerkt waarin een werkdefinitie van EGG wordt beschreven, het onderscheid tussen EGG en IFG wordt uitgelegd en de gevolgen op operationeel vlak worden weergegeven. De bedoeling van dit document ligt in het feit dat de politie in staat kan zijn om op een globale manier te begrijpen wat EGG kan inhouden en aldus in staat te zijn het fenomeen aan te pakken met de nodige omzichtigheid. Dit document is sinds september 2009 consulteerbaar op het intranet van de Centrale Dienst Agressie van de Federale Politie.

Ter coördinatie, ondersteuning en stroomlijning van de pilootprojecten werd een federale Stuurgroep opgericht, bestaande uit vertegenwoordigers van de FOD Justitie, de FOD Binnenlandse Zaken, de DSB , het College van procureurs-generaal, het Instituut voor gelijkheid van Mannen en Vrouwen, de federale politie en de vertegenwoordigers van de twee pilootprojecten.

De Stuurgroep acht het in eerste instantie noodzakelijk om een globaal beeld te krijgen van het fenomeen. Daartoe dient het grondig geanalyseerd te worden. Hierbij zal voornamelijk een beroep gedaan worden op de Federale Politie, Directie “Criminaliteit tegen Personen”, Centrale Dienst “Agressie” en de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid. De Stuurgroep kwam een eerste maal samen in september 2009 onder het voorzitterschap van de beleidscel van de Minister van Justitie. In april 2010 is het voorzitterschap van de Stuurgroep overgeheveld naar het College van Procureurs-generaal die de Stuurgroep voor het eerst organiseerde in mei 2010.

Ook in het kader van het Nationaal Actieplan Partnergeweld (NAP) komt het fenomeen van EGG ter sprake. Het actieplan (NAP 2008-2009) was louter gericht op partnergeweld, doch het stelde duidelijk voorop dat het toepassingsveld verruimd diende te worden. Dit werd bovendien afgesproken in het federaal regeerakkoord van 18 maart 2008. Hiertoe werd een werkgroep opgericht met het oog op de verruiming van het actieplan naar andere vormen van geweld, met name gedwongen huwelijken, ‘eergerelateerd geweld’ en vrouwelijke genitale verminking.
Deze werkgroep, onder de coördinatie van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM), brengt vertegenwoordigers van de verschillende overheden en een aantal experten rond de tafel. De Dienst voor het Strafrechtelijk beleid (DSB) neemt ook deel aan deze werkgroep, waardoor de brug gemaakt kon worden met de evaluatie van omzendbrief COL 4/2006 betreffende het strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld.4

Momenteel ligt het NAP 2010-2014 op tafel en dient het nog goedgekeurd te worden op een Interministeriële Conferentie. De federale ministers van Gelijke Kansen, Volksgezondheid, Binnenlandse Zaken en Justitie hebben hun steun al toegezegd aan het nieuwe actieplan.5 Deze ministers bevestigen dat het zogenaamde EGG een flagrante inbreuk op de rechten van de mens en de basisvrijheden vormt. Concreet doelt de federale overheid op het verbeteren van het inzicht in de problematiek en het uitwerken van overleg om EGG te voorkomen, te kaderen en te bedwingen.
De Minister van Justitie engageert zich ten eerste tot het onderzoeken van de mogelijkheid om een eenvoudige en efficiënte vermelding van EGG op te nemen in het bestaande registratiesysteem van klachten inzake intrafamiliaal geweld (IFG) en om de opvolging van statistieken te verbeteren. Ten tweede dienen studies en maatregelen uit het buitenland aangaande EGG, en voornamelijk m.b.t. Nederland, verzameld, geanalyseerd en verspreid te worden. Ten derde zal de Minister van Justitie de pilootprojecten te Verviers en Mechelen verder ondersteunen en hieruit de nuttige voorstellen afleiden aangaande de bestrijding van EGG. De Minister van Justitie maakt zich ten slotte sterk dat het IGVM verder wetenschappelijk onderzoek zal uitwerken om het fenomeen EGG in België te verduidelijken, alsook het verder overleg tussen de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten aangaande EGG te coördineren.

Activiteiten van de Dienst

De DSB heeft van de Stuurgroep als mandaat gekregen de bestaande literatuur inzake EGG te verzamelen, met de bedoeling het fenomeen beter te kunnen omlijnen op wetenschappelijk gebied.  De DSB heeft haar literatuurstudie in drie grote delen opgevat. Een eerste deel gaat over het huidig internationaal en Europees beleidskader inzake eergerelateerd geweld.
Achtereenvolgens worden de verschillende stappen in een beleid inzake eergerelateerd geweld op het niveau van de Verenigde Naties (VN), de Raad van Europa en de Europese Unie (EU) geschetst. Hoe kaderen zij het fenomeen EGG en welke beleidsmatige en wetgevende opties stellen zij voor aan de lidstaten?
Tot op heden bestaat er in België geen uniforme definitie van EGG, hetgeen de uitwerking van een integraal en geïntegreerd beleid bemoeilijkt. Om die reden is het dus een eerste stap om een duidelijk inzicht te verwerven in het internationale en nationale beleidskader en om een vergelijkende studie te verrichten omtrent het beleid in enkele “voorbeeldlanden”.

Op heden werkt de DSB aan een tweede deel van de literatuurstudie waarbij een vergelijking gemaakt wordt met het beleid inzake EGG in Nederland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Een derde deel van de literatuurstudie zal zich focussen op een aantal aanbevelingen voor een integraal en geïntegreerd beleid inzake EGG in België. Het is de bedoeling de inzichten die we verworven hebben, te toetsen aan de Belgische maatschappelijke realiteit en beleidsmatige en wetgevende mogelijkheden en enkele voorstellen van strafrechtelijk beleid in deze materie uit te werken en dit ten behoeve van de Stuurgroep Eergerelateerd geweld in de schoot van het College van Procureurs-generaal.

Op 11 juni 2010 heeft de DSB ook een presentatie gegeven op het colloquium “Violence faites aux femmes au nom de l’honneur: Les mariages forcés en Wallonie », georganiseerd door « Synergie Wallonie pour l’égalité entre les femmes et les hommes asbl ».

Wetgeving

Internationaal

Verenigde Naties

United Nations, General Assembly, Declaration on the Elimination of Violence Against Women General Assembly Resolution 48/104 of 20 december 1993, 23 february 1994, A/RES/48/104

United Nations, General Assemby, Resolution S- 23/3, Further actions and initiatives to implement the Beijing Declaration and Platform for Action, 16 november 2000, A/RES/S-23/3

United Nations, General Assembly, Resolution 55/66 , Working towards the elimination of crimes against women committed in the name of honour, 4 december 2000, A/RES/55/66

United Nations, General Assembly, Resolution 57/179 , Working towards the elimination of crimes against women committed in the name of honour, 18 december 2002, A/RES/57/179

United nations, General Assembly, Resolution 59/165, Working towards the elimination of crimes against women and girls committed in the name of honour, A/RES/59/165, 20 december 2004

Raad van Europa

Rec. 2002(5) du Comité des Ministres aux Etats Membre sur la protection des femmes contre la violence

Council of Europe, Résolution 1327 (2003) « Les prétendus crimes d’honneur »

Conseil de l’Europe, Résolution 1681 (2009) « L’urgence à combattre les crimes dits ‘d’honneur’ ».

Conseil de l’Europe, Rés.1681 (2009), « L’urgence à combattre les crimes dits ‘d’honneur’ 

Europese Unie

Resolutie van het Europees Parlement over de huidige situatie ten aanzien van de bestrijding van geweld tegen vrouwen en mogelijke toekomstige acties (2004/2220(INI)), Publicatieblad van de Europese Unie, 25 november 2006

Resolutie van het Europees Parlement over de immigratie van vrouwen: de rol van vrouwelijke immigranten en hun plaats in de Europese Unie, 2006/2010(INI), Publicatieblad van de Europese Unie, 20 december 2006

Resolutie van het Europees Parlement van 26 november 2009 over de uitbanning van geweld tegen vrouwen

Actoren

  • FOD Justitie waaronder Dienst voor het Strafrechtelijk beleid
  • FOD Binnenlandse Zaken
  • College van Procureurs-generaal
  • Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen
  • Federale Politie, Directie “Criminaliteit tegen Personen”, Centrale Dienst “Agressie”
  • Vertegenwoordigers van de twee pilootprojecten, Mechelen en Verviers.

Beknopt literatuuroverzicht

Verslag namens het Adviescomité voor Gelijke Kansen voor vrouwen en mannen, uitgebracht door de dames de Bethune en Durant, Parl. St. Senaat, 2007-2008, 25 juni 2008

ALLEN, S., Honour Based Violence Strategy, Association of Chief Police Officers of England, Wales and Northern Ireland, 2008, London, 43 p.

BRANDON, J. en HAFEZ, S., Crimes of the Community. Honour-Based Violence in the UK, Centre for Social Cohesion, 2008, 169 p.

DE BOER, M., Samenwerken voor de veiligheid van (potentiële) slachtoffers van eergerelateerd geweld. Stappenplan om te komen tot lokale samenwerkingsverbanden en voorbeeldconvenant, Projectdirectie Veiligheid begint bij voorkomen, Programmabureau Eergerelateerd Geweld, Ministerie van Justitie en Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, juni 2008, 47 p.

DE GROOF, K. en DE GENDT, T. (red.), Kans op slagen. Een integrale kijk op geweld in gezinnen, Lannoo campus, Leuven, 2007, 284 p.

ENGLUND, C., Migrants between Culture and Society – A case study of a changing social climate after the murder of Fadime Sahindal, Expo Foundation, Stockholm, October 2002, 34 p.

ERMERS, R. , Eer en eerwraak, definitie en analyse, Amsterdam, BULAACQ, 2007, 270 p.

FERWERDA, H.B. en VAN LEIDEN, I., (2005)  Eerwraak of eergerelateerd geweld? Naar een werkdefinitie, z.p., Advies-en onderzoeksgroep Beke, 15.

JANSSEN, J., Pilot eergerelateerd geweld in Haaglanden en Zuid-Holland-Zuid, de eindrapportage, Unit MEP, Politie Haaglanden, , 66 p.

JANSSEN, J., Je eer of je leven? Een verkenning van eerzaken voor politieambtenaren en andere professionals, 2006, Elsevier Overheid, 124 p.

JANSSEN, J., Instroom en vroegherkenning van mogelijke eerzaken bij de politie, Een onderzoek naar de casuïstiek uit 2006, Deelrapport 1,  Ministerie van Justitie en Ministerie van Binnenlandse Zaken, Projectdirectie veiligheid begint bij voorkomen, Programmabureau eergerelateerd geweld, Landelijk expertisebureau eer gerelateerd geweld, politie Haaglanden, 9-10 (113 p.)

JANSSEN, J., Analyse van mogelijke eerzaken: het gebruik van de checklist en inzet van externe deskundigen, Een onderzoek naar casuïstiek uit 2006, Deelrapport 2, Landelijk Expertisecentrum EGG, Politie Haaglanden, Ministrerie van Binnenlandse Zaken en Koningsrelaties, Ministerie van Justitie, Programmabureau Eergerelateerd Geweld, 2009, 128 p.

JOHANNINK, R. en MITROVITCH, C., Eergerelateerd Geweld in Nederland – de nazorgfase, 2007, 67 p.

JOHNSSON-LATHAM, G., Patriarchal Violence – an attack on human security. A broad survey of measures to combat patriarchal violence and oppression, particularly acts committed in the name of honour directed at women, homosexuals, bisexuals and transgender persons, Regeringskansliet, Government Offices of Sweden, Stockholm, 2005, 82 p.

Kvinnoforum, A resourcebook for working against Honour related Violence, Based on the project “Honour Related Violence in Europe – mapping of occurrence, support and preventive measures”, funded by the European Commission, DG Social Affairs and Employment, Stockholm, 2003, 165 p.

Kvinnoforum, Honour related violence, European resource book and good practice, Based on the European project “Prevention of violence against women and girls in patriarchal families, Stockholm, 2005, 33-86

LEYE, E. en TEMMERMAN, M. (red.), Vrouwen onder druk, Lannoo campus, Tielt, 2010, 168 p.

RIVZI KABANI, J., Honour killings in Sweden: the Need for Intellectual and Institutional Coherence for Working towards the Realisation of Women’s Human Rights, 357- 371.

VAN AALST, S. M.M. en JOHANNINCK, R.H., Eergerelateerd geweld in Nederland. Een onderzoek naar mannelijke slachtoffers: bekend maakt onbemind, 2007, 48 pagina’s

VAN DER TORRE, E.J. en SCHAAP, L., Eergerelateerd geweld: een onderzoek naar twintig ernstige zaken, COT, Den Haag, 2006, 108 p.

 

 

 

 

 


1. H.B. FERWERDA en I. VAN LEIDEN, (2005)  Eerwraak of eergerelateerd geweld? Naar een werkdefinitie, z.p., Advies-en onderzoeksgroep Beke, 25

2. Verslag namens het adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen uitgebracht door de dames de Bethune en Durant, De problematiek van eergerelateerd geweld in België, Parl.St. Senaat 2007-2008, nr. 4-379

3. Verslag namens het adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen uitgebracht door de dames de Bethune en Durant, De problematiek van eergerelateerd geweld in België, Parl.St. Senaat 2007-2008, nr. 4-379

4. Gemeenschappelijke omzendbrief nr. COL 4/2006 van de Minister van Justitie en het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep betreffende het strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld, Brussel, 1 maart 2006.

5. Persbericht Minister van Gelijke Kansen, J. MILQUET, Nationale mobilisatie tegen het geweld tegen vrouwen: een zaak van elke dag, Brussel, 5 maart 2010, URL: http://www.milquet.belgium.be/ nl/news/nationale-mobilisatie-tegen-het-geweld-tegen-vrouwen-een-zaak-van-elke-dag, 20 april 2010, 1-2.