Eindrapport evaluatie van de COL 10/2005 inzake de seksuele agressieset

 Verkrachtingen zijn, als zware aantasting van de fysieke en de psychische integriteit van een individu, helaas nog al te veel aanwezig in onze criminaliteitsstatistieken. Ondanks het intensievere vervolgingsbeleid van de laatste jaren, worden nog vele verkrachtingen zonder gevolg geklasseerd en dit hoofdzakelijk wegens een gebrek aan bewijzen of aan (gekende) dader(s). Vasthoudend aan het vermoeden van onschuld en rekening houdende met de moeilijkheid de constitutieve elementen van dit misdrijf te bewijzen, zijn dit soort onderzoeken vaak zeer moeizaam wegens de striktheid en nauwkeurigheid die hiermee dienen gepaard te gaan. In dit kader tracht de Set Seksuele Agressie, SAS genaamd, de link te leggen tussen de wetenschappelijke, victimologische en gerechtelijke eisen, door enerzijds de bewijsgaring te verbeteren en anderzijds het fenomeen van de secundaire victimisering te verminderen.

De omzendbrief COL 10/2005 inzake de SAS maakt het voorwerp uit van deze evaluatie  met als doel de nodige praktische en juridische aanpassingen aan het systeem aan te brengen. Het College van Procureurs-generaal heeft de substituut-procureur-generaal van Luik met deze taak belast, met de steun van de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid (DSB), het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) en een werkgroep samengesteld uit diverse experten.

Dit evaluatierapport start met een beschrijving van de diverse juridische bepalingen in verband met de S.A.S., waarna het methodologisch kader van de studie aan bod komt. Daarna volgt een analyse van de antwoorden op de vragenlijsten, die daarna verdiept worden met een weergave van de verschillende interviews. Hierbij  werden punten geïllustreerd die specifiek relevant zijn voor de problematiek. Het rapport wordt ten slotte afgesloten met algemene conclusies en diverse aanbevelingen met het oog op de verbetering en de verfijning van de COL betreffende de seksuele agressie set rekening houdende met de ervaringen in het werkveld.

Voor meer informatie omtrent dit rapport:
Margot Taeymans (NL): 02/224.99.40
Marie-Eve Defour (Fr) : 02/224.99.27