Organisatie
Modernisering rechtelijke orde PDF Afdrukken E-mail

Justitie moet een moderne, efficiënte en effectieve organisatie zijn die borg staat voor een toegankelijke, betaalbare, kwaliteitsvolle en snelle dienstverlening voor de rechtszoekende.

Het Octopusakkoord van 1998 gaf een belangrijke aanzet tot de hervorming en modernisering van de rechterlijke orde met het oog op het verbeteren van de werking van Justitie. Meerdere instanties zijn met het oog hierop opgericht. Er zijn instanties voor de gehele magistratuur en instanties op het niveau van het openbaar ministerie.

Verdere stappen worden nu bepleit in dit hervormingsproces. Meer bepaald werden er door de Minister van Justitie in 2009 voorstellen gelanceerd om te komen tot een nieuw gerechtelijk landschap. Daarnaast zijn de voorbije jaren bij het openbaar ministerie projecten opgezet met het oog op kwaliteitsverbetering: integrale kwaliteitszorg, parketbeleidsplannen, werklastmeting, statistieken en de creatie van samenwerkingsverbanden.

Actoren en projecten

Instanties voor de gehele magistratuur

De Hoge Raad voor de Justitie (opgericht in 1998) is een onafhankelijke instelling met een gemengde samenstelling (magistraten en niet-magistraten) die belast is met een drievoudige opdracht:

  • Benoemingen binnen de magistratuur;
  • Externe controle op de werking van de rechterlijke orde, met inbegrip van de behandeling van de klachten en het voeren van een functioneringsaudit van de actoren van de rechterlijke orde;
  • Adviezen leveren aan beleidsverantwoordelijken om de werking van de magistratuur te verbeteren.

Om een “sociale dialoog” mogelijk te maken, werd verder in 1999 de Adviesraad van de magistratuur opgericht. De magistraten van de rechterlijke orde vallen immers buiten de wet van 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. De rol van de Raad is om adviezen te formuleren en reflecties te voeren over alles wat betrekking heeft op het statuut, de rechten en de arbeidsomstandigheden van de magistraten van de rechtbanken en de parketten. De Raad is dusdanig samengesteld dat de verschillende takken van de magistratuur worden vertegenwoordigd.1

Tot op heden levert het Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie de nodige logistieke en materiële middelen aan de hoven en rechtbanken om een goede werking van de diensten van de rechterlijke orde te garanderen. Deze beheert tevens het personeel van de magistratuur, de griffies en de parketsecretariaten. Een reorganisatie van de beheersstructuur van de rechterlijke orde wordt evenwel bepleit. Een decentralisatie wordt voorop gesteld van een groot deel van de bevoegdheden van het budgetbeheer en human ressources van de centrale administratie naar de hoven en rechtbanken en het openbaar ministerie. Zo was er in 2006 het Themisplan van de Minister van Justitie Onkelinx en in 2009 de Oriëntatienota over een nieuw gerechtelijk landschap van de Minister van Justitie De Clerck.

Met het Themisplan werden twee organen in het leven geroepen. De Commissie Modernisering van de Rechterlijke Orde is belast met elke handeling om het beheer van de rechterlijke orde te moderniseren. De Algemene Raad van de partners van de Rechterlijke Orde is belast met het ondersteunen van de werkzaamheden van de Commissie door de noden en suggesties van diegenen die elke dag voor Justitie instaan door te geven. Hiervoor werd een multidisciplinair team van 25 leden opgericht.

Voorstellen i.v.m. een nieuw gerechtelijk landschap

In september 2009 werd een oriëntatienota uitgebracht door de Minister van Justitie De Clerck over Het gerechtelijk landschap: naar een nieuwe architectuur voor Justitie.

Ze vormde de basis voor het Atomiumoverleg dat plaats vond eind 2009 en als doel had om het gerecht te hervormen. Vanaf januari 2010 zijn bijkomende adviezen ingewonnen (van o.a. het College van Procureurs-generaal) die mee in overweging werden genomen bij de besprekingen binnen de Regering, die op 31 maart 2010 leidden tot een politiek akkoord binnen de kern over het nieuwe gerechtelijk landschap.

De krachtlijnen zijn de volgende: van 27 naar 16 gerechtelijke arrondissementen, een integraal beheer op het niveau van de arrondissementen, een jurisdictionele schaal in functie van proximiteit en specialisatie, een eigen orgaan voor de magistratuur van de hoven en rechtbanken (een “College van de Zetel”), een nieuw tuchtrecht voor magistraten en een gemeenschappelijke beheersdienst op centraal niveau.

Voor de val van de regering in 2010 wilde de Minister van Justitie De Clerck de goedgekeurde krachtlijnen uitwerken in meer concrete voorstellen, die na goedkeuring in de regering zouden worden omgezet in nieuwe regelgeving.

Er kan in dit kader eveneens melding worden gemaakt van het onderzoeksrapport “De hertekening van het gerechtelijk landschap” van het Instituut voor de Overheid dat een voedingsbodem vormde voor de hervormingen.

Instanties op niveau van het openbaar ministerie

Het College van procureurs-generaal is sinds 1997 belast enerzijds met de coherente uitvoering en de coördinatie van de richtlijnen van het strafrechtelijk beleid (bepaald door de Minister van Justitie) en anderzijds met de goede algemene werking en coördinatie van het openbaar ministerie.

Binnen het College van procureurs-generaal zijn Expertisenetwerken opgericht. Zij zien toe op het bevorderen van het informatie- en documentatieverkeer tussen de leden van het openbaar ministerie, onder het gezag van het College van procureurs-generaal en onder toezicht van een specifiek voor een materie aangeduide procureur-generaal.

Sinds 2001 werkt het Expertisenetwerk Strafrechtelijk beleid en Strafrechtspleging een globaal concept uit inzake strafrechtelijk beleid, met als centraal aandachtspunt de goede en gecoördineerde werking van het openbaar ministerie. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid (zie infra de ontwikkeling van het kwaliteitsmodel en het parketbeleidsplan).

De Raad van procureurs des Konings verenigt alle procureurs des Konings. Deze heeft als taak adviezen te geven aan het College van procureurs-generaal over de harmonisering en uniforme toepassing van de bepalingen en over elke vraag die betrekking heeft op de opdrachten van het openbaar ministerie.

De Raad van arbeidsauditeurs, samengesteld uit alle arbeidsauditeurs, doet hetzelfde over vragen in verband met de opdrachten van de arbeidsauditoraten.

De procureurs-generaal, de procureurs des Konings en de arbeidsauditeurs van hun rechtsgebied zorgen, in onderling overleg, voor de kwaliteit van de organisatie en de werking van de parketten van eerste aanleg en de arbeidsauditoraten.

Projecten binnen het openbaar ministerie

Integrale kwaliteitszorg

Een instrument voor het verbeteren van de kwaliteit binnen het openbaar ministerie werd in 2006 ontwikkeld door de K.U.Leuven en de U.L.B., in opdracht van afdeling Research en Development van de Dienst. Vervolgens werd dit kwaliteitsmodel geïmplementeerd in enkele pilootparketten van de rechtbanken van eerste aanleg.

De Dienst zorgde voor een procesbegeleiding bij deze pilootparketten op basis waarvan het model verder werd aangepast (zie het onderzoeksrapportKwaliteit onderzocht. Evaluatieonderzoek van een kwaliteitsmeting binnen het parket’). Tevens werd het model gepubliceerd in de vorm van de handleiding Kwaliteit meten binnen het parket. Handleiding voor een kwaliteitsmodel op maat’ (weliswaar voorlopig beperkt tot de organisatorische criteria).

De Dienst ondersteunt nu verder andere parketten en de parketten-generaal bij het invoeren van het (hernieuwd) kwaliteitsmodel. Zo geeft de Dienst vormingen over het kwaliteitsmodel en begeleidt het de eerste fase van de zelfevaluaties. Daaraan gekoppeld worden ook vormingen georganiseerd inzake projectmatige werking om de parketten te helpen bij het uitwerken en opstarten van concrete verbeterprojecten, voortvloeiend uit de zelfevaluaties.

De Dienst ondersteunde nadien andere parketten en de parketten-generaal bij het invoeren van het kwaliteitsmodel.

Parketbeleidsplan

Een van de criteria van het kwaliteitsmodel van het openbaar ministerie betreft beleid en strategie. Om hieraan vorm te geven heeft de Dienst een onderzoek gedaan naar het parketbeleidsplan. Meer bepaald werd onderzocht wat de plaats kan zijn van een parketbeleidsplan in de beleidscyclus van het openbaar ministerie. Dit resulteerde in een handleiding voor het opmaken van een parketbeleidsplan door de parketten.

Werklastmeting

Sinds 2002 is het project van de werklastmeting van het openbaar ministerie gericht op het opzetten van een instrument waarmee de werklast van de magistraten, gerechtelijke stagiairs en juristen in elk parket kan worden gemeten en dit uitgaande van de huidige situatie. Het biedt de mogelijkheid om de toekomstige behoeften van de parketorganisatie op het vlak van personeel te bepalen (zie het criterium medewerkers van het kwaliteitsmodel).

In 2006 werd het Vast Bureau Werklastmeting opgezet bij het College van procureurs-generaal voor de implementatie, het beheer en de voltooiing van het instrument.

Boven het Bureau situeert zich het Begeleidingscomité – bestaande uit vertegenwoordigers van het openbaar ministerie en bevoorrechte partners – dat de integratie beoogt van de werklastmeting in het ruimere kader van de moderniseringsprojecten van de rechterlijke organisatie.

Statistieken

Om de werking van de parketten op te volgen, is het van belang om informatie te hebben over de geleverde prestaties (resultaatgerichte criteria van het kwaliteitsmodel).

Zo bevat de Jaarstatistiek van het openbaar ministerie informatie over de opsporing en vervolging van strafzaken door de correctionele parketten. Deze wordt aangemaakt door de statistische analisten bij het college van Procureurs-generaal

Daarnaast biedt het meet- en opvolgingsinstrument voor de strafrechtelijke keten de mogelijkheid om de instroom en de selectie binnen de strafrechtsketen zichtbaar te maken. Meer bepaald door gegevens uit processen-verbaal van de lokale politie te koppelen aan gegevens uit dossiers van de correctionele parketten en vervolgens aan gegevens uit dossiers van de correctionele rechtbanken. De interuniversitaire onderzoeksgroep Sociale Veiligheidsanalyse ontwikkelde het instrument in opdracht van de FOD Binnenlandse Zaken (Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid) en de FOD Justitie (Dienst voor het Strafrechtelijk beleid). Het resulteerde in 2006 in de handleiding ‘Meet- en opvolgingsinstrument voor de strafrechtelijke keten.

Samenwerkingsverbanden

Samenwerkingsverbanden tussen parketten zijn opgestart met het oog op o.a. het optimaliseren van de specialisatie, een capaciteitsbesparing door schaalvergroting of delegaties, en een efficiënter kennisbeheer en een betere kennisdeling. Zij zouden een tussenstap zijn in het zoeken naar de ideale grootte van de parketten en de voorbereiding van eventuele fusies of splitsingen (zie de hervormingsvoorstellen van de Minister van Justitie De Clerck).

Wetgeving

  • De Hoge Raad voor de Justitie werd opgericht bij artikel 151 van de Grondwet (ingevoegd door de Wet 22 december 1998 betreffende de verticale integratie van het openbaar ministerie, het federaal parket en de raad van de procureurs des Konings, B.S. 10 februari 1999).
  • Wet 8 maart 1999 tot instelling van een Adviesraad van de magistratuur (B.S. 19 maart 1999 – gewijzigd door de Wet van 13 maart 2001 en de Wet van 10 april 2003).
  • Wet 20 juli 2006 tot instelling van de Commissie voor de Modernisering van de Rechterlijke Orde en de Algemene Raad van de partners van de Rechterlijke Orde (B.S. 1 september 2006).
  • De organisatie en werking van het College van procureurs-generaal worden in meerdere artikelen van het Gerechtelijk Wetboek beschreven: artikelen 143bis, 143ter, 146bis (ingevoegd in de Wet 4 maart 1997 tot instelling van het College van de procureurs-generaal en tot instelling van het ambt van nationaal magistraat, B.S. 30 april 1997; Wet 22 december 1998; Wet 12 april 2004 houdende verticale integratie van het openbaar ministerie, B.S. 7 mei 2004).
  • Het oprichten van de Expertisenetwerken van het College van procureurs-generaal werd geofficialiseerd door de wijziging van artikel 143bis § 3 van het Gerechtelijk Wetboek (door de Wet 12 april 2004).
  • De Raad van procureurs des Konings werd opgericht door artikel 150bis van het Gerechtelijk Wetboek (ingevoegd door de Wet 22 december 1998).
  • De Raad van arbeidsauditeurs werd opgericht door artikel 152bis van het Gerechtelijk Wetboek (ingevoegd door de Wet 12 april 2004).
  • De rol van de procureurs-generaal, procureurs des Konings en arbeidsauditeurs wordt bepaald door artikel 146ter van het Gerechtelijk Wetboek (ingevoegd door de Wet 12 april 2004).

Activiteiten van de Dienst

De Dienst neemt actief deel aan meerdere projecten met betrekking tot de verbetering van de rechterlijke organisatie en de kwaliteit van Justitie:

  • Zie supra voor integrale kwaliteitszorg, parketbeleidsplan, meet- en opvolgingsinstrument voor de strafrechtelijke keten;
  • De Dienst maakt deel uit van het begeleidingscomité van de werklastmeting van de parketten.

Hoewel de Dienst in eerste instantie voor de Minister van Justitie werkt, staat hij meer algemeen ook het College van procureurs-generaal en de procureurs-generaal bij in de ontwikkeling en de coördinatie van het strafrechtelijk beleid.

Zo neemt de Dienst actief deel aan alle expertisenetwerken van het College van procureurs-generaal die met name moeten toezien op het bevorderen van het informatie- en documentatieverkeer tussen de leden van het openbaar ministerie.

De Dienst heeft dus een globaal beeld ter zake en kan bijgevolg de verschillende in deze materie betrokken actoren met elkaar in contact brengen, teneinde een duidelijke doelstelling voorop te stellen en rekening houdend met alle aspecten van de rechterlijke werking.

Beknopt literatuuroverzicht

Zie het onderdeel publicaties en research & development van deze website.

 

 

1. Zie internetsite FOD Justitie: Rechterlijke Orde – Adviesraad van de magistratuur.

2. Zie internetsite FOD Justitie: Rechterlijke Orde - Themisplan.